Wat is 'de uitslag'?
De uitslag van het examen is de beslissing
- dat een kandidaat geslaagd is voor het gehele eindexamen, dat wil zeggen een examen ten minste in het geheel van de voorgeschreven vakken, (zie artikel 3.34 Uitvoeringsbesluit WVO 2020) en dus recht heeft op het diploma met een cijferlijst (zie artikel 3.40 Uitvoeringsbesluit WVO 2020 en artikel 2.58 Wet voortgezet onderwijs 2020) of
- dat een kandidaat afgewezen is voor het gehele eindexamen (zie artikel 3.34 Uitvoeringsbesluit WVO 2020) en dus geen recht heeft op het diploma. Hij krijgt dan wel een cijferlijst (zie artikel 2.58 lid 1 Wet voortgezet onderwijs 2020 in samenhang met artikel 3.40 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Ook een vavo-kandidaat die slechts opgaat voor een deeleindexamen voor een of meer vakken kan slagen als de kandidaat deze vakken aanvult met vrijstellingen tot een volledig eindexamen. Dit moet de examenkandidaat dan wel daaraan voorafgaand aan de examencommissie vavo kenbaar hebben gemaakt (artikel 3.63 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Een vavo-kandidaat die voor een of meer vakken is opgegaan en deze niet aanvult met vrijstellingen tot een volledig eindexamen, kan niet slagen en ook niet afgewezen worden. De kandidaat ontvangt een (deel)cijferlijst met alle vakken waarvoor deze in dat examenjaar het examen heeft afgerond. Daarnaast ontvangt de kandidaat voor de vakken waarvoor een eindcijfer 6 of meer is behaald een certificaat (zie artikel 3.72 en 3.73 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Ook een kandidaat die is opgegaan voor een diploma, maar hiervoor niet is geslaagd, ontvangt wel een certificaat waarop de vakken zijn vermeld waarvoor hij als eindcijfer een 6 of hoger heeft gehaald (artikel 3.73 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Voorlopige en definitieve uitslag
Er wordt van een voorlopige uitslag gesproken als de kandidaat nog recht heeft op een herkansing (zie artikel 3.38 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Pas op grond van de definitieve uitslag kunnen examendocumenten worden uitgereikt (zie artikel 3.40 Uitvoeringsbesluit WVO 2020 en artikel 2.58 Wet voortgezet onderwijs 2020).
Hoe wordt de uitslag bepaald?
De uitslagbepaling bij een eindexamen kent vier fasen:
- Beslissingen en checkpunten die nodig zijn om een uitslag te kunnen bepalen
- De bepaling van de uitslag
- De herkansing
- De bepaling van de definitieve uitslag na herkansing
Beslissingen en checkpunten die nodig zijn om een uitslag te kunnen bepalen
Centrale regel is steeds dat een kandidaat móet slagen als hij kan slagen door een bepaalde combinatie van vakken en cijfers.
Relevante beslissingen en checkpunten zijn onder meer:
1.1. Is de school bevoegd tot het uitreiken van het gevraagde diploma?
1.2. Voldoet de combinatie van vakken bij elkaar aan de profieleisen? (zie de examenstof en artikel 2.21 WVO 2020)
1.3. Zijn alle relevante vrijstellingen door de kandidaat aangetoond? (zie artikel 3.33 Uitvoeringsbesluit WVO 2020)
1.4. Mag een kandidaat van de school voor meer dan het minimaal vereiste aantal vakken examen afleggen (extra vakken) (zie artikel 3.1 lid 2, artikel 3.2 lid 2, artikel 3.3 lid 3 Uitvoeringsbesluit WVO 2020)? Als de kandidaat met het meetellen van alle vakken niet slaagt, mogen vakken geschrapt worden als hij daardoor alsnog kan slagen. De resterende vakkencombinatie moet natuurlijk weer aan de profieleisen voldoen (zie artikel 3.33 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
1.5. Voor LO moet de beoordeling voldoende of goed behaald zijn (zie artikel 3.34 lid 1 onder e Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
1.6. Een kandidaat voor vwo en havo mag volstaan met minder vakken als hij een vavo-examen aflegt. Dit betreft de vakken CKV (atheneum) en LO. Zie artikel 3.62 Uitvoeringsbesluit WVO 2020. Die vakken worden niet op de cijferlijst vermeld (zie artikel 3.42 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
De bepaling van de uitslag
Als het eindexamen is voltooid, alle zittingen van het centraal examen zijn bijgewoond en dus voor alle vakken het eindcijfer is bepaald, kan de uitslag bepaald worden.
De uitslagbepaling is geregeld in artikel 3.34 Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Kandidaten die geen examen afleggen in wiskunde (havo profiel CM), moeten een schoolexamen rekenen hebben afgelegd. Dit cijfer telt niet mee bij de uitslagbepaling en ook wordt er geen minimumeis gesteld aan dit cijfer. Het cijfer moet worden vermeld op een bijlage bij de cijferlijst en heeft slechts als doel het vervolgonderwijs zicht te bieden op de rekencapaciteiten van de betreffende student.
De herkansing bij de centrale examens
Zodra de uitslag voor het eerst (dus voorlopig, op grond waarvan nog een herkansing kan worden gedaan), dus nog voor het tweede tijdvak, is bepaald, wordt deze samen met de behaalde cijfers schriftelijk aan de kandidaat meegedeeld. Aan kandidaten die het centraal examen nog niet voor al hun vakken hebben kunnen voltooien, worden op datzelfde moment de door hen behaalde eindcijfers meegedeeld, ook al kon voor hen nog geen uitslag worden vastgesteld (zie artikel 3.34 lid 5 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Elke kandidaat heeft na het bekendmaken van de eindcijfers recht op het herkansen van het centraal examen voor één vak, ongeacht of hij examen al kon voltooien en de uitslag kon worden bepaald (zie artikel 3.38 lid 1 en 3.34 lid 5 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Hiermee heeft een kandidaat die nog voor een vak het examen in het tweede tijdvak wil voltooien, in dat tijdvak ook de mogelijkheid om een ander vak te herkansen. De kandidaat moet wel tijdig aan de directeur laten weten dat hij hiervan gebruik wil maken, anders verliest hij dat recht weer (zie artikel 3.38 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
De bepaling van de definitieve uitslag na herkansing
De uitslag wordt opnieuw bepaald op grond van artikel 3.33 en artikel 3.34 Uitvoeringsbesluit WVO 2020. In artikel 3.39 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020 is bepaald dat het hoogste cijfer telt.
De bekendmaking van de uitslag
Na elk van de drie tijdvakken wordt de uitslag bekendgemaakt. De school of de instelling bepaalt wanneer dat precies gebeurt. Bij de aangewezen vakken in het tweede tijdvak en bij het derde tijdvak maakt het College voor Toetsen en Examens het behaalde resultaat aan de school bekend; hierna bepaalt de school de uitslag en maakt deze bekend. Op Examenblad.nl wordt elk jaar aangegeven wanneer de normen (n-termen) per vak bekend worden gemaakt.
Bekijk hier de activiteitenplanning.
Bij een gespreid examen doet zich een speciale situatie voor (zie artikel 3.56 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Aan een kandidaat die het eerste deel van zijn gespreid examen heeft afgelegd aan een dagschool en die na het eerste jaar gespreid examen de dagschool verlaat en zijn eindexamen dus niet aan de dagschool voltooit, kan een voorlopige cijferlijst worden uitgereikt. Daarop staan de vakken vermeld die de kandidaat in het eerste jaar van het gespreid examen heeft afgerond. Hiermee kan deze kandidaat het gespreid examen voltooien aan een andere school, een vavo of via het staatsexamen. Dit is geregeld in artikel 3.49 Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
De voorlopige cijferlijst kan alleen worden uitgereikt wanneer de kandidaat de school fysiek verlaat. Hierdoor is uitbesteding naar het vavo ook mogelijk; weliswaar blijft de leerling dan ingeschreven bij de school voor vo, maar fysiek is hij daar niet meer aanwezig.
Combinatie vervroegd centraal examen en gespreid examen en het recht op herkansingen
Het kan gebeuren dat een leerling centraal examen heeft afgelegd in het (voor)voorlaatste leerjaar (artikel 2.56 lid 4 WVO 2020) en door omstandigheden het eindexamen gespreid gaat afleggen (artikel 3.56 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). In dat geval moet het herkansingsrecht als volgt worden uitgelegd:
De leerling die in het laatste leerjaar zit en al in het (voor)voorlaatste leerjaar heeft herkanst, kan in het laatste leerjaar (oftewel het eerste schooljaar van het gespreid examen) geen herkansing meer doen. Alleen in het tweede schooljaar van het gespreid examen heeft de leerling nog één herkansingsrecht over de vakken die in dat jaar zijn afgelegd.
De leerling die een vak in het (voor)voorlaatste leerjaar heeft afgelegd, wil herkansen in het laatste leerjaar kan dat doen (ook al is dit het eerste schooljaar van het gespreid examen), maar dan kan geen van de vakken die in dat jaar zijn afgelegd herkanst worden.
Over alle vakken die de leerling heeft afgelegd, ongeacht het afnamemoment, mag er dus 1 herkanst worden in het laatste leerjaar (eerste schooljaar van het gespreid examen) nadat voor de vakken die in dat jaar zijn afgelegd de eindcijfers voor de eerste maal zijn vastgesteld.