Bij het maken van het cspe wordt ervan uitgegaan dat de gangbare faciliteiten, gereedschappen en gebruiksmaterialen aanwezig zijn op de school die het betreffende profielvak uitvoert. Het bestuur van de school is hiervoor verantwoordelijk.
Echter kan er een situatie zijn, waarin niet de benodigde faciliteiten of gereedschappen (in voldoende mate) aanwezig of beschikbaar zijn. In dit geval moet de school de examenomstandigheden aanpassen binnen de volgende kaders:
- Belangrijk: de exameneis moet intact blijven.
- De aanpassingen van de examensituatie aan de omstandigheden van de school zijn niet in het nadeel van de kandidaten;
- De inhoud en moeilijkheidsgraad van een opdracht worden geborgd. De uitvoering van de opdrachten vraagt van de kandidaten geen andere, meer, moeilijkere of eenvoudigere vaardigheden dan wanneer zij wel over de juiste gereedschappen en materialen zouden kunnen beschikken;
- De praktische opdrachten kunnen door de kandidaten uitgevoerd worden op de voorgeschreven wijze. Hierbij kunnen zij indien nodig andere geschikte, vergelijkbare materialen en gereedschappen gebruiken dan die in de opdracht beschreven zijn. Je brengt de kandidaten hiervan voor aanvang van het examen op de hoogte;
- Eventuele langere looproutes en wisseltijden worden opgeteld bij de voor de kandidaat beschikbare tijd;
- Uiteraard mag geen sprake zijn van een onveilige situatie in zowel fysieke als mentale zin.
- Je beschrijft de aanpassingen in het proces verbaal van het examen.
Zie ook gelijkwaardige afname voor alle kandidaten op de onderwerppagina Centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe).
Voor vragen en advies, stuur een bericht naar het CvTE via de Examenlijn.