Kernvakkeneis
Voor havo en vwo geldt voor elke uitslag de kernvakkeneis. In het rijtje Nederlands, Engels en wiskunde mag maar ten hoogste één vijf voorkomen. Om te kunnen slagen moet de kandidaat voor deze drie vakken halen:
- Eén 5 en verder 6 of hoger
- Of – uiteraard – alles 6 of hoger.
Eindcijfers of CE-cijfers
In deze eis gaat het om de eindcijfers van de drie vakken, dus het gemiddelde van SE en CE afgerond op een geheel cijfer.
Kun je slagen met eindcijfers 4,5 – 5,5 – 5,5?
Eindcijfers zijn gehele getallen. In dit voorbeeld dus 5 – 6 – 6 en dat blijft binnen de kernvakkeneis.
Hoe moet je handelen als iemand meer wiskundevakken doet?
Als iemand in meer wiskundevakken eindexamen heeft gedaan telt slechts één van die vakken mee binnen de kernvakkenregeling. Wiskunde D is een vak dat alleen naast wiskunde B mag worden gekozen. Dan is wiskunde B het kernvak; bij de bepaling van de uitslag mag dat in de kernvakkenregel niet worden verwisseld met wiskunde D.
Als iemand zowel eindexamen wiskunde B als wiskunde A heeft gedaan (waarvan dus één een extra vak is), dan telt het wiskundevak dat in het profieldeel staat mee als kernvak.
CM-ers havo zonder wiskunde
Als een CM-leerling geen wiskunde doet, geldt de kernvakkenregel uitsluitend voor Nederlands en Engels. Met andere woorden, voor slechts één van deze vakken mag een 5 worden behaald, voor het andere vak moet minimaal een 6 worden gehaald. Als een CM-leerling wel wiskunde A of B doet, dan telt het vak mee voor de kernvakkenregel. Voor de CM-leerling geldt dan wel de algemene regel m.b.t. het extra vak. Met andere woorden: als zonder wiskunde A een aan de eisen voldoend pakket kan worden gevormd, mag wiskunde A buiten beschouwing worden gelaten. Dit is het geval als wiskunde A als extra vak is gekozen.