Nederlands

Examenstof

Veelgestelde vragen

Wat is de betrokkenheid van docenten bij de ontwikkeling van het CE Nederlands havo en vwo?

Bij de ontwikkeling van de centrale examens Nederlands havo en vwo zijn aan de kant van Cito drie eerstegraads examenklasdocenten in de constructiegroep betrokken. Zij worden aangestuurd door een toetsdeskundige. Aan de kant van het College voor Toetsing en Examens (CvTE) zitten ook drie examenklasdocenten in de vaststellingscommissie, voor havo en vwo. De vierde persoon in de vaststellingscommissie is de voorzitter. De voorzitter is werkzaam in het wetenschappelijk onderwijs.

De opgaven voor de examens van het eerste tijdvak havo worden gepretest. Bij deze pretest zijn per examen ruim 25 docenten betrokken. Deze docenten beoordelen de antwoorden van de leerlingen en geven de resultaten door aan de examenmakers. Daarnaast geven ze feedback op het pretestmateriaal. Dit schooljaar vindt voor het examen vwo voor het eerste tijdvak een zogenaamde testcorrectie plaats. Twintig docenten Nederlands zijn uitgenodigd om de dag na de afname van het examen het voorlopig correctievoorschrift aan de hand van het examenwerk van hun leerlingen te testen. De suggesties van deze docenten ter verbetering van het voorlopige correctievoorschrift bespreekt de vaststellingscommissie van het CvTE en de suggesties kunnen leiden tot aanpassingen in het correctievoorschrift. Het definitieve correctievoorschrift is hierdoor twee werkdagen later beschikbaar.

Hoe ziet de pretest eruit bij de centrale examens Nederlands havo en vwo?

Voor de examens in het eerste tijdvak vindt een pretest plaats. Voor de pretest van een examen wordt meer materiaal ontwikkeld dan kan worden opgenomen in een examen (ongeveer 150 procent van het benodigde aantal opgaven). 

De nieuwe opgaven worden gecombineerd met ankeropgaven en in toetsboekjes van ongeveer 25 opgaven afgenomen in schoolklassen waarvan zeker is dat de leerlingen de opgaven niet in hun centraal examen zullen terugzien. Zo’n twee jaar voor de daadwerkelijke afname van het betreffende centraal examen vindt de pretest plaats.

Voorafgaand aan de pretest heeft de vaststellingscommissie van het CvTE de pretestopgaven vastgesteld. De pretest vormt voor de commissie niet alleen een extra check voor de inhoudelijke deugdelijkheid van de opgaven, ook worden op basis van de resultaten de moeilijkheidsgraad en de psychometrische betrouwbaarheid van elke opgave berekend. De informatie uit de pretest is leidend voor de keuze van de opgaven voor het echte examen. Van de pretestopgaven valt vaak een derde van de opgaven af omdat zij op grond van toetstechnische en inhoudelijke kenmerken niet goed genoeg lijken te werken. Daarnaast geeft de pretest inzicht in de moeilijkheidsgraad van de opgaven ten opzichte van de ankeropgaven, waarmee ook opgaven uit eerdere examens zijn vergeleken.

Officiële publicaties