Algemene regels
Hoe moet ik Algemene regel 3.2 interpreteren?
Als voor een onderdeel in het correctievoorschrift twee of meer punten worden toegekend en er is in het antwoordmodel geen onderverdeling in deelscores gegeven, dan bepalen de correctoren deze onderverdeling zelf, tenzij het om een meerkeuzevraag gaat of expliciet is aangegeven dat deelscores niet zijn toegestaan.
Hoe moet ik Algemene regel 3.3 interpreteren?
Algemene regel 3.3 biedt examinatoren bij open vragen de mogelijkheid om aan een niet in het correctievoorschrift voorzien antwoord toch een score toe te kennen, mits dit antwoord vakinhoudelijk juist is. De examinator en gecommitteerde moeten het dan over die vakinhoudelijke juistheid wel eens zijn. De regel is niet bedoeld om een iets minder goed antwoord toch goed te rekenen.
Citeren
Wanneer mogen kandidaten citeren?
Bij de open vragen zijn drie typen te onderscheiden:
- opgaven waarin “citeer” staat, waarbij leerlingen moeten citeren;
- opgaven waarbij leerlingen niet mogen citeren, maar moeten samenvatten, parafraseren, informatie in eigen woorden moeten weergeven, etc.;
- opgaven die het antwoordformat in het midden laten.
In het laatste geval is citeren niet verboden, zolang het citaat een inhoudelijk correct antwoord vormt op wat er gevraagd wordt. Bij opgaven die expliciet vragen om te reageren in één of meer volledige zinnen is het niet de bedoeling dat leerlingen gebruikmaken van een vorm van verkort citeren.
Mogen leerlingen ook verkort citeren?
Leerlingen mogen verkort citeren in opgaven waarin naar een citaat wordt gevraagd en in opgaven waarin het antwoordformat vrij is. Als gevraagd wordt om te antwoorden in volledige zinnen is dit echter niet aan de orde.
Wat wordt bedoeld met in eigen woorden bij de beantwoording van open vragen? Als er bij een open vraag wordt aangegeven dat het antwoord in eigen woorden moet worden gegeven, dan mag het antwoord niet volledig bestaan uit een citaat.
Wanneer wordt correctheid van het taalgebruik beoordeeld
Hoe beoordeel ik de correctheid van het taalgebruik bij open vragen waarop niet in volledige zinnen hoeft te worden geantwoord?
Bij open vragen waarbij kandidaten niet hoeven te antwoorden in één of meer volledige zinnen, wordt alleen de juistheid van de spelling van het antwoord en niet de grammaticaliteit van het antwoord beoordeeld.
Moet ik de correctheid van het taalgebruik beoordelen bij geheel in telegramstijl opgestelde antwoorden?
Voor geheel in telegramstijl opgestelde antwoorden op vragen die in hele zinnen moeten worden beantwoord, dienen in lijn met vakspecifieke regel 2 geen scorepunten te worden toegekend. Deze antwoorden vallen buiten de inhoudelijke beoordeling en kunnen feitelijk als niet geschreven worden beschouwd. Er volgt daarom geen aftrek voor fouten op het gebied van spelling of grammatica.
Moet ik de correctheid van het taalgebruik beoordelen als een antwoord inhoudelijk fout is?
Ook antwoorden waaraan op grond van de inhoud geen scorepunten kunnen worden toegekend, moeten op correctheid van het taalgebruik worden beoordeeld, behalve als er sprake is van geheel in telegramstijl opgestelde antwoorden.
Moet ik de correctheid van het taalgebruik ook beoordelen in antwoorddelen die het maximumaantal woorden overschrijden?
Het kan gebeuren dat door woordoverschrijding voor de inhoudelijke beoordeling slechts een gedeelte van de zin kan worden meegeteld als antwoord. Als het antwoord daardoor grammaticaal onjuist wordt, maar wel deel uitmaakt van een goed geformuleerde zin, is het niet de bedoeling dat vakspecifieke regels 1 en 2 worden toegepast. Ook spelfouten tellen niet mee in het deel dat het maximumaantal woorden overschrijdt.
Beoordeling van de juistheid van de spelling
Vormt interpunctie een onderdeel van de beoordeling?
Antwoorden van kandidaten hoeven niet op interpunctie te worden nagekeken. Interpunctie vormt geen beoordelingsonderdeel in het correctievoorschrift. Hoofdletters rekent het CvTE niet tot de interpunctie en moeten dus wel worden beoordeeld.
Hoe beoordeel ik fouten in hoofdlettergebruik?
Het ten onrechte schrijven van een kleine letter in plaats van een hoofdletter, bijvoorbeeld aan het begin van een zin, is één fout. Voor het omgekeerde – het ten onrechte schrijven van een hoofdletter in plaats van een kleine letter – geldt hetzelfde.
Hoe tel ik fouten in woordcombinaties?
Fouten in woordcombinaties, zoals in bijvoorbeeld de voorzetselgroep ‘te allen tijde’, moeten per woord afzonderlijk worden geteld. Hierbij geldt verder een maximum van één fout per woord.
Hoe ga ik bij de beoordeling om met het uitschrijven van getallen?
De beoordeling van de spelling heeft geen betrekking op het wel of niet uitschrijven van getallen.
Hoe beoordeel ik de overname van foutieve spelling uit de tekst?
Overname van eventueel foutieve spelling uit de tekst dient kandidaten niet te worden aangerekend bij de beoordeling van de correctheid van het taalgebruik. Het fout overschrijven van woorden die in de tekst correct zijn gespeld, moet wel als fout worden aangemerkt.
Beoordeling van de grammaticaliteit
Wat is telegramstijl (vakspecifieke regel 2)?
De aanduiding ‘geheel in telegramstijl’ in vakspecifieke regel 2 is bedoeld om duidelijk maken dat er een onderscheid is tussen antwoorden waarin één of enkele woorden zijn weggelaten en antwoorden waarin structureel woorden zijn weggelaten (met name woorden die strikt genomen niet noodzakelijk zijn voor een goed begrip van de boodschap, zoals lidwoorden en voorzetsels). Als er sprake is van incidenteel weglaten van woorden moet er vanwege de ongrammaticaliteit een fout worden aangemerkt. Bij structureel weglaten van woorden is er sprake van een antwoord ‘geheel in telegramstijl’. Aan zo’n antwoord dienen voor de inhoud geen scorepunten te worden toegekend.
Hoe beoordeel ik de grammaticaliteit van antwoorden die beginnen met ‘dat’ of een variant daarvan (een bijzin), terwijl om hele zinnen is gevraagd?
Antwoorden die alleen uit een bijzin bestaan terwijl er gevraagd wordt om volledige zinnen te gebruiken, mogen niet als grammaticaal fout gerekend worden.