De examinator is doorgaans de docent van de kandidaat, maar dit is geen voorschrift. Examinatoren kunnen de conrector, adjunct-directeur, leden van de centrale directie en leraren van de school zijn.
De examinator heeft in de Wet voortgezet onderwijs 2020 en het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 de volgende taken toegewezen gekregen:
- De examinator neemt samen met de directeur en de andere examinatoren het eindexamen af, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (zie artikel 2.51, derde lid, Wet voortgezet onderwijs 2020). Daaronder valt ook het opstellen van het programma van toetsing en afsluiting van het schoolexamen. Formeel is dit de taak van de Examencommissie (artikel 2.60e, lid 1, onderdeel b, Wet voortgezet onderwijs 2020), maar uiteraard levert de vakdocent en/of de examinator daarvoor het voorstel. Ook behoort tot de taak van de examinator het maken van de opgaven van de toetsen voor het schoolexamen en de beoordeling ervan. Het profielwerkstuk in het vmbo wordt beoordeeld door ten minste twee examinatoren.
- Een examinator in het vak of programma beoordeelt de prestaties van de examenkandidaat tijdens het maken van de opgaven van het cspe vmbo en legt de bevindingen van de verrichtingen schriftelijk vast. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en doet de score en voor zover mogelijk het beoordeelde werk toekomen aan de directeur (artikel 3.26, Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Voor het cspe vmbo vindt de beoordeling ook plaats door een tweede examinator. Dit kan een deskundige als bedoeld in artikel 2.51, vierde lid, Wet voortgezet onderwijs 2020 of een examinator van de school zijn.
- De examinator kijkt het werk van het centraal examen na aan de hand van de regels die het College voor Toetsen en Examens (CvTE) daarvoor vaststelt (zie artikel 3.21, Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
- De examinator stelt in overleg met de gecommitteerde de score voor het werk van het centraal examen vast (zie artikel 3.25, lid 1, Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Doorgaans wordt ook de tweede correctie van het werk van een andere school toegewezen aan de examinator van een bepaald vak, maar dit is geen voorschrift. De koppeling van scholen en instellingen voor de uitvoering van de tweede correctie wordt door DUO gemaakt (zie artikel 3.22 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Het bevoegd gezag wijst vervolgens een of meer gecommitteerden aan (zie artikel 3.23 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Het staat een bevoegd gezag vrij om de taak van de tweede correctie toe te wijzen aan een andere docent, die geen eindexamengroep heeft begeleid, of aan een extern ingehuurde deskundige (die uiteraard wel over de bevoegdheid beschikt het betreffende vak te onderwijzen en te examineren).