Veelgestelde vragen

Heb je een vraag over de centrale examens in het voortgezet onderwijs? Kijk of het antwoord op je vraag is opgenomen bij de veelgestelde vragen in onderstaande categorieën.

Staat het antwoord op je vraag er niet bij? Neem dan contact op via het contactformulier.

Filter op
Filter op schooltype
Examens

Vakspecifieke vragen

MVT: Volgens mij zijn in deze meerkeuzevraag twee antwoorden synoniem. Waarom zijn ze dan niet beide goed?

Woorden zijn doorgaans geen volle synoniemen; meestal is er sprake van gedeelde betekeniselementen. 

Neem het volgende voorbeeld: in het vwo-examen Engels van 2018 waren ‘contemptuous’ en ‘derisive’ antwoordalternatieven bij een meerkeuzevraag. Een aantal docenten claimde dat beide woorden synoniemen zijn omdat ze als synoniemen worden gepresenteerd op thesaurus.com. 

Echter, ‘derisive’ wordt pas als 2e optie gegeven (na ‘condescending’, dat er inderdaad dichter bij in de buurt komt) en andersom komt ‘contemptuous’ pas op de 8e plaats bij de synoniemen van ‘derisive’. 

Komt u in het overleg met uw vakgenoten samen tot de conclusie dat het alternatieve antwoord toch goed gerekend moet worden terwijl dat strijdig is met het cv, meld dit dan via het Examenloket bij de Examenlijn.

MVT: Waarom bevat niet elk examen een literaire tekst?

De examens variëren in alle opzichten van jaar tot jaar, binnen bepaalde marges: dat geldt voor het aantal teksten (dat mag variëren van 10-16), en ook voor het type teksten en de onderwerpen: de constructieopdracht geeft daarvoor slechts een indicatieve, niet-limitatieve lijst met suggesties.

Wiskunde: Mogen andere antwoorden worden goedgekeurd bij een opgave over betrouwbaarheidsintervallen dan het cv aangeeft, als leerlingen een GR gebruiken die nauwkeuriger waarden aangeeft?

Vanaf de examens in 2025 zal er in de opgave verwezen worden naar het formuleblad. De leerlingen worden hiermee verplicht om het betrouwbaarheidsinterval uit te rekenen met behulp van het formuleblad. Andere antwoorden worden fout gerekend.

Hulpmiddelen en passend examineren

Mag de computer bij alle vakken worden gebruikt?

De computer kan worden toegestaan als schrijfgerei bij alle vakken. Bij het ene vak is dat meer zinvol dan bij het andere. 

Mag de computer gebruikt worden of moet de kandidaat zijn antwoorden in de uitwerkbijlage schrijven?

Bij sommige centrale examens worden uitwerkbijlagen geleverd. Soms is het praktisch niet goed mogelijk dat de kandidaat op een andere manier antwoordt dan via de uitwerkbijlage. In dat geval is iedere kandidaat voor zijn antwoord aangewezen op de uitwerkbijlage. Kandidaten met een ondersteuningsbehoefte kunnen in dit geval als nodig gebruik maken van een teken/schrijfhulp. Er zijn ook centrale examens waarbij de uitwerkbijlage niet noodzakelijk is, maar het de kandidaat (en de correctoren) wel kan helpen bij de structurering van het werk. In dat geval is de uitwerkbijlage een toegestaan hulpmiddel waarvan het gebruik niet verplicht is. Het is goed de manier van werken te vermelden in het proces-verbaal.

Mag de school helemaal zelf bepalen wie de computer gebruikt?

Het is de schooldirecteur die beslist. Zoals bij alle beslissingen is het daarbij wel zaak dat hij zijn beslissing kan verantwoorden. Hij kan computergebruik toestaan voor alle kandidaten die dat wensen of alleen voor kandidaten met een specifieke ondersteuningsbehoefte.

Moet het gebruik van de computer aan de Inspectie worden gemeld?

Omdat in beginsel het computergebruik voor alle kandidaten is toegestaan, hoeft strikt formeel het gebruik van de computer niet aan de inspectie te worden gemeld. 

Waar vind ik informatie over examineren van kandidaten met een ondersteuningsbehoefte?

In de handreiking Passend examineren centrale examens vo is een uitvoerige beschrijving gegeven van de kaders waarbinnen de school mag handelen. Als de kandidaat aanpassingen nodig heeft die buiten de kaders vallen, neemt de school contact op met het CvTE.

Zie ook artikel 3.54 van het Uitvoeringsbesluit WVO.

Correctie

Het correctievoorschrift is erg streng, kan daar een aanvulling op komen?

Nee. Een correctievoorschrift dat als streng wordt ervaren, is geen reden voor een aanvulling. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt gedaan als er sprake is van een fout of een onduidelijkheid in het correctievoorschrift (zie Aanvullingen op het correctievoorschrift). 

In de techniek van het bepalen van de n-term (zie voor uitleg n-term) wordt hier automatisch rekening mee gehouden. Als een examen relatief veel makkelijke vragen bevat, wordt de n-term laag (minimaal 0,0). Bevat een examen relatief veel moeilijke vragen, dan wordt de n-term hoger.