Veelgestelde vragen

Heb je een vraag over de centrale examens in het voortgezet onderwijs? Kijk of het antwoord op je vraag is opgenomen bij de veelgestelde vragen in onderstaande categorieën.

Staat het antwoord op je vraag er niet bij? Neem dan contact op via het contactformulier.

Filter op
Filter op schooltype
Examens

Vakspecifieke vragen

Natuurkunde: Als in een berekening gebruik gemaakt moet worden van bijvoorbeeld dagen en/of uren, maar de kandidaat kiest voor een alternatieve eenheid (1 dag/etmaal = 24 uur, 1 uur = 3600 seconden), beïnvloedt die keuze dan de significantie?

Nee, beide zijn telgetallen, omdat het om definities gaat. Deze getallen hebben dus geen invloed op de significantie van het antwoord.

Natuurkunde: Door gebruik van een alternatieve methode (of bijvoorbeeld een andere tabel uit Binas/ScienceData) die niet in het CV staat, komt een kandidaat op een (net) ander antwoord uit. Hoe moet omgegaan worden met de marge?

Wanneer de alternatieve methode correct is, mag de oorspronkelijke marge worden toegepast op dit alternatieve antwoord.

Natuurkunde: Een kandidaat geeft het antwoord in een andere eenheid dan de in het CV vermelde eenheid. Mag het antwoord goedgekeurd worden? Ook als het geen SI-eenheid betreft?

Als het gaat om een eenheid die past bij de betreffende grootheid dan mag dat, tenzij er in de vraagstelling expliciet om een antwoord in een bepaalde eenheid wordt gevraagd. Een eventuele marge moet door de corrector worden omgerekend naar de gebruikte eenheid en in die hoedanigheid worden gehandhaafd.

Natuurkunde: Een kandidaat heeft een correct antwoord, maar niet alle deelscores komen hier expliciet in terug. Hoe moeten de punten dan toegekend worden?

De deelscores zijn bedoeld om bij een gedeeltelijk juist antwoord te beslissen hoeveel punten toegekend kunnen worden. Als een kandidaat het juiste antwoord geeft, met een toereikende bepaling, dan heeft hij recht op het volledige aantal punten, ook zonder dat iedere deelscore aantoonbaar gescoord is.

Natuurkunde: Een kandidaat maakt een fout, maar komt nog wel binnen de marge uit. Mag dit goed gerekend worden?

Nee, met de uitzondering van acceptabel afronden.

Voorbeeld 1: een rekenfout levert een antwoord op wat enigszins afwijkt van het juiste antwoord maar wel binnen de marge valt; in dit geval vervalt de completeer-deelscore.

Voorbeeld 2: de kandidaat moet de snelheid bepalen op tijdstip t uit een (x,t)-diagram. De kandidaat berekent vervolgens v = x/t (dus de helling van de grafiek tussen t = 0 en t) in plaats van v = (x/t)raaklijn, maar vindt een antwoord binnen de marge.

De methode is hier fout, en die fout moet aangerekend worden. Afhankelijk van de precieze formulering in het CV gaat dat aanrekenen via een deelscore die over deze handeling gaat of via de completeer-deelscore.

Natuurkunde: Een kandidaat maakt een fout in een berekening of redenatie, waardoor hij een deelscore misloopt. Hij komt dan ook op een ander antwoord uit. Hoe moet dan omgegaan worden met de marge?

In het geval van een fout in een berekening of redenatie, die wordt aangerekend in de deelscore, dient de oorspronkelijke marge toegepast te worden op het antwoord dat ontstaan is uit de doorrekenfout.

Voorbeeld: voor een opgave moet de kandidaat een snelheid op een gegeven tijdstip bepalen uit een (x,t)-diagram. De raaklijn wordt op een verkeerd tijdstip getekend; dit kost een deelscore. Met deze raaklijn wordt vervolgens door de kandidaat de snelheid berekend.

De corrector bepaalt in dit geval ook de snelheid op dit verkeerde tijdstip, en controleert of de door de kandidaat gevonden snelheid binnen de oorspronkelijke marges om dit gevonden antwoord valt.

Natuurkunde: Een kandidaat maakt een rekenfout bij een handeling die in een deelscore vermeld staat. Moet deze fout aangerekend worden in die betreffende deelscore of in de deelscore ‘completeren’?

Alle rekenfouten worden aangerekend via het ‘completeren’. 

Voorbeeld: 
In een deelscore staat ‘omrekenen van kWh naar J’. De deelscore kan gescoord worden als de kandidaat de handeling van het omrekenen van kWh naar J verricht. Als bij dat omrekenen een rekenfout gemaakt wordt, valt deze rekenfout onder het completeren.

Natuurkunde: Een kandidaat noteert bij een ‘toon aan dat’ vraag de juiste waarde, maar vermeldt geen eenheid. Mag dit?

Ook bij een ‘toon aan dat’ vraag moet de eenheid vermeld worden, tenzij in het cv expliciet is aangegeven dat dit niet hoeft (dan staat de eenheid tussen haakjes, of er staat een opmerking onder de deelscores).

Als gevraagd wordt ‘toon aan dat de snelheid 25,3 km/h is’, en de kandidaat noteert vervolgens ‘v = 25,3’, dan is de aantoning immers onvolledig. Natuurkundig gezien gaat het om de combinatie van getal en een eenheid die de grootte van de grootheid definieert.

Natuurkunde: Er wordt gevraagd om een hoeveelheid. Moet het antwoord een geheel getal zijn?

Wanneer gevraagd wordt een hoeveelheid te bepalen/berekenen, betekent dit niet dat er sprake is van een aftelbare grootheid. Het antwoord hoeft dus geen geheel getal te zijn. Voorbeeld: op de vraag ‘bereken hoeveel m3 aardgas verbrand wordt’ kan het antwoord in drie significante cijfers zijn: 20,8(m3).

Natuurkunde: Goed gemeten en toch buiten de marge. Mag het antwoord goed gerekend worden?

Als gevolg van verschillen in afmetingen in uitwerkbijlagen ontstaan tijdens het drukken, kan het voorkomen dat bij figuren waarin gemeten moet worden de uitkomst bij een kandidaat iets verschillen van de uitkomst in het correctievoorschrift. Het is aan de corrector om in geval van een verschil na te gaan of het verschil wordt veroorzaakt door een meetonnauwkeurigheid of door een verschil in de afmetingen op de uitwerkbijlage. Het laatste mag een kandidaat uiteraard niet worden aangerekend. In dat geval kan de marge uit het beoordelingsmodel worden toegepast op de waarde passend bij de druk van de kandidaat. 

Natuurkunde: In een vraag moet een waarde bepaald worden uit meetwaardes waardoor een lijn is getrokken; mag de kandidaat dan gebruik maken van een (of meer) van de meetwaardes, ook al liggen die niet precies op de lijn?

Dat mag, mits de uitkomst binnen de marge valt, want dan liggen de gekozen meetpunten dus dicht genoeg op de lijn. Ligt het antwoord buiten de marge, dan is dit fout.

Natuurkunde: In het CV staat ‘inzicht dat de raaklijn getekend moet worden en/of gebruik van bijv. v = (∆x/∆y)raaklijn’. Moet de raaklijn getekend zijn?

Nee, tenzij in het CV expliciet staat dat de raaklijn getekend moet worden. Wel moet bijvoorbeeld uit de gebruikte getallen blijken dat het om een raaklijn gaat. ‘Gebruik van formule v = (∆x/∆y)raaklijn’ betekent niet dat er een raaklijn getekend moet worden; dit is de formule zoals deze in de syllabus vermeld staat. Wel moeten de waarden die in de formule worden gebruikt passen bij een (denkbeeldige) raaklijn; dat kan ook een recht stuk van de grafiek rond het juiste punt zijn. Overigens kan een kromme of koorde níet het juiste antwoord opleveren, ook al valt het resultaat binnen de marge.

Natuurkunde: In het CV staat ‘toepassen van de factor 2’. De kandidaat past de factor 2 toe, maar niet op de juiste wijze. Mag ik de deelscore toekennen?

Nee. De deelscores impliceren dat de handeling juist wordt verricht. Alleen een eventuele rekenfout wordt niet via de betreffende deelscore, maar via het ‘completeren verrekend.

Voorbeeld: Er staan twee identieke draden in serie. Voor de berekening van de weerstand moet de weerstand van één draad vermenigvuldigd worden met twee. De kandidaat deelt echter door twee. De deelscore voor het toepassen van de factor 2 mag hier niet worden toegekend. Wanneer de kandidaat vermenigvuldigt met twee, maar daarbij een rekenfout maakt, kan de deelscore wel worden toegekend en vervalt de deelscore met ‘completeren’.

Natuurkunde: In het beoordelingsmodel staat de marge in een deelscore. Moet de marge in die deelscore worden aangerekend of bij het completeren?

Het betreft hier een marge op een tussenantwoord en dus verliest een leerling die deelscore als de leerling niet nauwkeurig genoeg heeft afgelezen. Als in het beoordelingsmodel de marge op de uitkomst wordt gegeven, verliest de leerling het completeerpunt als niet nauwkeurig genoeg is afgelezen.

Natuurkunde: In plaats van het maken van een berekening heeft een kandidaat de gevraagde waarde afgelezen uit een tabel in Binas of Sciencedata (evt. gebruikmakend van interpolatie). Mag dat?

Als in de vraag expliciet staat ‘bereken’ of ‘met behulp van een berekening’, dan mag dat niet. Er moet dan voor de relevante deelscores een berekening gemaakt worden. Het aflezen uit een tabel (al dan niet met interpolatie) is geen berekening maar een bepaling. Zie hiervoor eventueel bijlage 3 van de syllabus; Examenwerkwoorden bij natuurkunde. 

Natuurkunde: Kan ik het punt voor het gebruik van de formule toekennen als er voor één grootheid een juiste waarde is ingevuld en voor één grootheid een verkeerde waarde?

Dat kan. De vakspecifieke regel zegt dat voor minstens één symbool uit de formule een waarde moet zijn ingevuld die past bij de betreffende grootheid. Als naast een passende waarde voor een ander symbool een niet passende waarde is ingevuld (bv. een temperatuur in E=Pt) dan kan de leerling toch het punt voor het gebruik van de formule krijgen. Soms wordt in het beoordelingsmodel in het bolletje voor het gebruik van de formule ook één grootheid expliciet genoemd waarvoor een juiste waarde moet zijn ingevuld. Stel dat dat de t is in eerder genoemde formule dan kan de leerling het punt niet krijgen als voor t een niet passende waarde is ingevuld, ook niet als voor P wel een passende waarde is ingevuld.

Natuurkunde: Mijn vraag staat er niet tussen. Waar kan ik terecht met mijn vraag?

In de syllabus is een bijlage opgenomen met informatie voor de corrector. Als je daar ook het antwoord op jouw vraag niet kunt vinden, kun je nog kijken bij de veelgestelde vragen die niet specifiek over natuurkunde gaan. Tot slot kun je je wenden tot de Examenlijn. In de examenperiode is deze alleen bedoeld voor het melden van fouten maar buiten de examenperiode kun je daar terecht met (bijna) alle vragen over de centrale examens.

Natuurkunde: Modelstudie (domein I2) zit in het SE, hoe kan het dan dat er toch vragen over gesteld worden op het CE?

Modelstudie uit het SE is voorkennis voor het CE. Er zijn diverse specificaties in het CE waaruit blijkt dat vragen over modellen bij het CE horen.

Natuurkunde: Moet ik een foutieve notatie in een vervalreactie meerdere keren aanrekenen?

Als een leerling een foutieve notatie in een vervalreactie consequent toepast in een vraag, hoeft deze fout slechts een keer aangerekend te worden conform algemene regel vijf uit het correctievoorschrift. Hieronder staat een voorbeeld waarin dit nader wordt toegelicht.

Voorbeeld van vergelijking van een vervalreactie:

Vraag: Geef de vergelijking van de vervalreactie van promethium-147.   
Beoordelingsmodel:  maximumscore drie

Voorbeeld van een antwoord

 

 

 

 

 

 

 

Correctie leerling 1   

  • Eerste punt niet, want er staat geen bètadeeltje rechts van de pijl aangezien de notatie niet voldoet aan de voorgeschreven notatieconventies.
  • Voor het tweede punt heeft de leerling geen juiste notatie voor het samarium-isotoop. Aangezien de leerling hier dezelfde fout maakt als bij het noteren van het bètadeeltje, hoeft deze fout op grond van algemene regel vijf hier niet weer aangerekend te worden. Het tweede punt kan dus toegekend worden.
  • Het derde punt kan worden toegekend.

Correctie leerling 2   

  • Het eerste punt kan worden toegekend want er staat een bètadeeltje rechts van de pijl.
  • Het tweede punt kan niet worden toegekend omdat het samarium-isotoop onjuist genoteerd is waardoor er feitelijk geen samarium rechts van de pijl staat.
  • Het derde punt kan worden toegekend.

Leerling 2 behaalt twee punten voor deze vraag.

Natuurkunde: Soms is in een examen een bepaald inzicht bij twee verschillende vragen nodig. Dat mag toch niet?

Dit kan voorkomen op een examen. In feite is het in het geval van bijvoorbeeld rekenvaardigheden eerder regel dan uitzondering, maar het kan ook met een formule of een bepaald inzicht voorkomen.

Wel proberen we in de natuurkunde-examens te voorkomen dat de uitkomst op de ene vraag nodig is om de volgende vraag te beantwoorden. Hiertoe wordt er in een dergelijke situatie doorgaans van de eerste vraag een ‘toon aan dat’ vraag gemaakt, of wordt er gekozen voor twee deelvragen in een vraag (“voer de volgende opdrachten uit:”).

Natuurkunde: Waarom bestaan sommige vragen uit deelvragen?

Hier zijn verschillende redenen voor, die soms samen in een vraag voorkomen:

  • De deelvragen dienen om de vraag voor de kandidaten eenvoudiger te maken, door de kandidaat een aantal stappen voor te schrijven. Dit kan in de praktijk ook via het geven van een hint (“Doe eerst …”), maar dit heeft uit leestechnische overwegingen niet de voorkeur.
  • De deelvragen zijn aan elkaar gekoppeld en worden daarom bij voorkeur niet als afzonderlijke vragen gesteld.
  • Het gaat om één vraag die uit twee delen bestaat en omwille van de duidelijkheid als twee deelvragen wordt gesteld. Bijvoorbeeld: ‘geef een voorbeeld van proces A en proces B’ wordt dan ‘geef een voorbeeld van proces A’ en ‘geef een voorbeeld van proces B’.

Natuurkunde: Waarom staan niet alle oplossingsmethodes in het correctievoorschrift?

Er komen in principe alleen verschillende oplossingsmethodes in het correctievoorschrift als de methodes dusdanig van elkaar verschillen, dat het niet evident is hoe de deelscores verdeeld dienen te worden. Daarnaast staan in het correctievoorschrift in principe alleen methodes die binnen de syllabus vallen. Het blijft natuurlijk mogelijk dat de examenmakers een alternatieve oplosmethode niet hebben voorzien, terwijl deze wel aan bovenstaande criteria voldoet. In dat geval kun je de vraag naar analogie beoordelen volgens algemene regel 3.3 van het correctievoorschrift.

Natuurkunde: Wanneer mag ik de deelscore voor het complementeren toekennen?

Zie hiervoor de vakspecifieke regels en de toelichting daarop in de syllabus.

Natuurkunde: Wanneer mag ik het punt voor een consequente conclusie wel/niet geven?

Een consequente conclusie moet consequent zijn met de voorafgaande berekening en/of redenatie. Het punt kan dus niet worden toegekend als het antwoord weliswaar juist is (i.e in overeenstemming met het cv), maar op grond van de voorafgaande stappen een andere conclusie getrokken had moeten worden. Dit betekent ook dat andersom het punt wel toegekend mag worden als de conclusie logisch volgt uit de (foutieve) berekening/redenatie, ook al is deze conclusie niet conform het cv.

Natuurkunde: Wat wordt bedoeld met ‘gebruik formule’? Wanneer mag ik de deelscore toekennen?

Zie hiervoor de vakspecifieke regels en de toelichting daarop in de syllabus.

Natuurkunde: Welke notaties in vervalvergelijkingen kan ik goed rekenen en welke niet?

In vergelijkingen van vervalreacties moeten de kandidaten gebruik maken van de in Nederland gebruikelijke notatieconventies.  

Voorbeeld van een correcte en incorrecte notatieconventie van een isotoop

 

 

 

 

Natuurkunde: Zijn bladwijzers/plakkertjes in Binas/ScienceData toegestaan?

Nee, het gebruik van ‘plakkertjes’ in Binas/ScienceData is niet toegestaan. Standaard geldt dat de Binas/ScienceData gebruikt moet worden zoals geleverd, met eventuele errata. Maatregelen die gericht zijn op (veronderstelde) verbetering van de Binas/ScienceData zijn dus niet toegestaan. Mocht voor een specifieke leerling concreet gelden dat de vorm van de Binas/ScienceData voor hem of haar een belemmering is om de informatievaardigheden te tonen, dan neemt de examensecretaris contact op met het CvTE via het contactformulier om voor die concrete situatie een oplossing te zoeken.

Schoolexamen

Niet alle leerlingen hebben het examen af. Dat is toch niet eerlijk?

Het examen is zó gemaakt dat de meeste leerlingen het (ruim) binnen de tijd af kunnen hebben. Bij de ontwikkeling van de examens besteedt het CvTE aandacht aan de vraag of het examen in de toegestane tijd past. Maar de tijd die kandidaten nodig hebben, hangt natuurlijk ook samen met het niveau van leesvaardigheid. Toch kan het ook gebeuren dat het examen achteraf bezien te lang was. Conclusies over de lengte van het examen kunnen niet eerder worden getrokken dan bij de normeringsvergadering. U kunt via de Wolf-enquête aangeven wat u van de lengte en moeilijkheidsgraad van het examen vonden. Bij de toets- en itemanalyse van het examen onderzoeken we of de Wolf-gegevens aanwijzingen bevatten waaruit blijkt dat het examen te lang en/of te moeilijk is. De feedback van docenten wordt samen met de Wolf-gegevens gebruikt om het examen van een passende n-term te voorzien.