Veelgestelde vragen

Heb je een vraag over de centrale examens in het voortgezet onderwijs? Kijk of het antwoord op je vraag is opgenomen bij de veelgestelde vragen in onderstaande categorieën.

Staat het antwoord op je vraag er niet bij? Neem dan contact op via het contactformulier.

Filter op
Filter op schooltype
Examens

Vakspecifieke vragen

MVT: Waar vind ik antwoordbladen voor de moderne vreemde talen?

De antwoordbladen worden voor vmbo, havo en vwo gelijktijdig met de opgaven geleverd. Het is verplicht om deze antwoordbladen te gebruiken bij de examens.

Correctie

Er wordt gevraagd naar twee antwoorden, maar mijn leerlingen schrijven er meer op; hoe moet ik dat beoordelen?

In het correctievoorschrift staat onder 2 Algemene regels: 
“3.5 Indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerst gegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal.” 

Als er twee antwoorden worden gevraagd, beoordeelt u dus alleen de eerste twee antwoorden van de kandidaat.

Ik snap dat bij deze meerkeuzevraag A het goede antwoord is, maar antwoord B is ook goed / zit er wel heel dichtbij.

Bij een meerkeuzevraag moeten de afleiders een zekere aantrekkelijkheid hebben, anders werkt de vraag niet. Ze mogen echter niet té aantrekkelijk zijn en ze mogen zeker niet te aantrekkelijk zijn voor de goede lezers.

Deze kenmerken worden bekeken in de analyse van de Wolf-gegevens. Als een meerkeuzevraag niet aan deze criteria voldoet, wordt daarbij rekening gehouden bij de normering. 

Meldingen van docenten bij de Examenlijn over vermeende misleidende afleiders worden weliswaar inhoudelijk beoordeeld, maar de statistische analyse kan pas plaatsvinden na de afname van het examen, zoals hierboven beschreven. 

In alle gevallen moet de docent zich houden aan het cv.

Wat doe ik als een leerling een woord verkeerd heeft gespeld?

Regel 3.2 uit de Vakspecifieke regels van het correctievoorschrift luidt: “Met taalfouten wordt in de beoordeling geen rekening gehouden.” Dat geldt uiteraard ook voor spelfouten.

Wat moet ik doen als ik geen overeenstemming met mijn eerste/tweede corrector bereik?

Als eerste en tweede corrector werkt u als een team om de leerling de totaalscore te geven die het best past bij zijn/haar prestatie. Wij gaan uit van uw professionaliteit. Het is aan u om van daaruit te beoordelen of antwoorden die door kandidaten gegeven worden, vallen onder de strekking van het correctievoorschrift. Uiteraard houdt u zich daarbij aan de algemene en vakspecifieke regels in het correctievoorschrift. Het corrigeren van examens is echter geen harde wetenschap en het correctievoorschrift biedt dan ook ruimte voor interpretatie. Onderling overleg tussen eerste en tweede corrector zal moeten uitwijzen of verschillen in de beoordeling vallen binnen deze interpretatieruimte of erbuiten.

Mocht u desondanks geen overeenstemming over de (eind)beoordeling bereiken met uw tweede corrector, kunt u het bevoegd gezag van uw eigen school inschakelen. Wanneer het bevoegd gezag van beide correctoren ook geen overeenstemming bereiken, is de volgende (en laatste) stap om de inspectie te vragen een onafhankelijke derde correctie uit te voeren. De uitkomst van de derde correctie is bindend.

De Examenlijn is in bovengenoemde situatie geen partij en beoordeelt dan ook geen individuele leerlingantwoorden. Als u in het overleg met uw tweede corrector stuit op een interpretatieverschil dat (mogelijk) veroorzaakt wordt door een onduidelijkheid in de vraagstelling of in het correctievoorschrift, kunt u dit doorgeven aan de Examenlijn via het contactformulier op Examenloket.nl.

Mocht u tot de conclusie komen dat iets fout is gerekend dat naar uw oordeel toch vakinhoudelijk juist was, dan kunt u uw collega-corrector vragen of deze bereid is het inzicht ook te overwegen. Daarbij kunt u uiteraard ook een andere vakcollega of uw examensecretaris raadplegen.