Op het diploma kan het judicium cum laude vermeld worden. De voorwaarden zijn geregeld in artikel 3.47 en 3.48 Uitvoeringsbesluit WVO 2020. De vermelding cum laude staat bovenaan het diploma, recht onder het woord diploma en de vermelding van de schoolsoort (zie de Regeling modellen diploma’s).
De regeling in artikel 3.47 en 3.48 Uitvoeringsbesluit WVO 2020 lijkt eenvoudig, maar is in de praktijk ingewikkelder. Naar aanleiding van vragen uit het veld zijn nadere uitvoeringsvoorschriften afgesproken die niet letterlijk geregeld zijn in artikel 3.47 en 3.48 Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Bepalingen per schoolsoort
Vwo
Voor vwo moet voor de vermelding cum laude het gemiddelde voor de (grote) vakken in het gemeenschappelijk deel, het combinatiecijfer, het profieldeel en het hoogste eindcijfer uit het vrije deel samen ten minste een 8,0 zijn behaald. Bij 7,99 gemiddeld is er geen sprake van cum laude. Bovendien mag geen eindcijfer lager zijn dan een 7 voor vakken die meetellen bij de uitslagbepaling. Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 6 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude. Het combinatiecijfer mag niet lager zijn dan 7, maar hier geldt dat het cijfer voor de samenstellende onderdelen wel lager mag zijn dan 7 (maar immers niet lager dan een 4). Een 9 voor maatschappijleer, een 5 voor ANW en een 7 voor het profielwerkstuk levert gemiddeld een 7 op. Door de 5 voor ANW in dit voorbeeld vervalt de cum-laudevermelding niet. Uiteraard moet voor de vakken die worden beoordeeld met een beoordeling (LO) tenminste ‘voldoende’ zijn behaald.
Zie voor de tekst van de regeling artikel 3.47 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Havo
Voor havo moet voor de vermelding van cum laude het gemiddelde van de (grote) vakken in het gemeenschappelijk deel en het combinatiecijfer, het profieldeel en het hoogste eindcijfer in het vrije deel samen minimaal 8,0 zijn. Bij 7,99 gemiddeld is geen sprake van cum laude. Geen enkel eindcijfer van alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling mag lager zijn dan een 6 en de kwalificatie voor LO moet ten minste "voldoende" zijn. Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 5 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude. Het combinatiecijfer mag niet lager zijn dan 6, maar de samenstellende onderdelen mogen wel lager zijn dan 6 (maar immers niet lager dan een 4). Een 9 voor maatschappijleer, een 5 voor ANW en een 7 voor het profielwerkstuk levert gemiddeld een 7 op. Door de 5 voor ANW in dit voorbeeld vervalt de cum-laudevermelding niet.
Zie voor de tekst van de regeling artikel 3.47 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Vmbo-tl
Voor vmbo-tl moet voor de vermelding cum laude het gemiddeld minimaal 8,0 zijn op basis van de eindcijfers voor de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer in het gemeenschappelijk deel, de algemene vakken van het profieldeel en het hoogste eindcijfer uit het vrije deel samen. Ook mag geen eindcijfer lager zijn dan 6 en moet ten minste de kwalificatie “voldoende” voor het profielwerkstuk, LO en kunstvakken inclusief CKV zijn behaald. Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 5 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude.
Zie voor de tekst van de regeling artikel 3.48 lid 1 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Vmbo-gl
Voor vmbo-gl moet voor de vermelding cum laude het gemiddeld 8,0 zijn voor de eindcijfers van de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en maatschappijleer in het gemeenschappelijk deel, de eindcijfers voor de algemene vakken in het profieldeel en het eindcijfer voor het algemene vak in het vrije deel óf het combinatiecijfer. Er moet ten minste een 6 zijn behaald voor cijfers die meetellen bij de uitslagbepaling of ten minste de kwalificatie “voldoende” voor het profielwerkstuk, LO en kunstvakken inclusief CKV. Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 5 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude. Voor het combinatiecijfer geldt dat de samenstellende onderdelen (beroepsgericht profielvak, beroepsgerichte keuzevakken) elk wel lager mogen zijn dan 6 (maar immers niet lager dan een 4) mits het combinatiecijfer zelf minimaal 6 is.
Zie voor de tekst van de regeling artikel 3.48 lid 3 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Vmbo bb/kb
Voor vmbo-bb en -kb moet voor de vermelding cum laude het gemiddelde eindcijfer 8,0 zijn voor de eindcijfers voor het beroepsgerichte profielvak, de twee algemene vakken in het profieldeel en het combinatiecijfer in het vrije deel samen. Voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling mag niet lager dan een 6 zijn behaald of moet ten minste de kwalificatie “voldoende” zijn behaald. Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 5 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude. Voor het combinatiecijfer geldt dat de samenstellende onderdelen (de beroepsgerichte keuzevakken) elk wel lager mogen zijn dan 6 (maar immers niet lager dan een 4), mits het combinatiecijfer minimaal 6 is.
Zie voor de tekst van de regeling artikel 3.48 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Vermelding van profiel op cum-laudediploma
In de regelgeving is niet expliciet geregeld of een kandidaat die voor meer profielen geslaagd is, maar slechts voor één of enkele profiel(en) daarvan cum laude, een cum-laudediploma ontvangt, waarop alle profielen vermeld staan of juist niet. Daarom is vanaf 2021 door het ministerie van OCW besloten dat een kandidaat die voor één of enkele van alle profielen waarin succesvol eindexamen is afgelegd cum laude geslaagd is, een diploma ontvangt met het opschrift cum laude, waarop alle profielen vermeld staan waarvoor hij geslaagd is. Uit de cijferlijsten die hij voor ieder profiel apart ontvangt, is af te leiden voor welk profiel hij werkelijk cum laude geslaagd is.
Aan Register Onderwijsdeelnemers (ROD) moet geleverd worden op welke wijze een leerling geslaagd is: 'gewoon' of 'cum laude'. Beide is niet mogelijk.