Welke vraagtypen passen het best bij de leesdoelen die we belangrijk vinden? Dit vormt een terugkerende vraag bij de ontwikkeling van de centrale examens Nederlands. In 2016 leidde dit tot een Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer (zie de informatie van het Rondetafelgesprek). Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en Cito namen de feedback ter harte: achter de schermen startten we een traject om te kijken welke verbeterslag mogelijk is binnen de huidige kaders voor de leesvaardigheidsexamens. Het project Uitbreiding van vraagtypen voor het leesvaardigheidsexamen Nederlands havo en vwo, dat in april 2022 is afgerond, vormt hiervan het sluitstuk.
Wat heeft het project opgeleverd?
Het project heeft, in aansluiting op het Advies examen Nederlands van Nederlands Nu! (NN) en Levende Talen Nederlands (LTN), diverse vraagtypen opgeleverd waarmee tekstbegrip op een bredere, meer eigentijdse manier bevraagd kan worden.
- Er is meer diversiteit in wat leerlingen lezen. Zo is er meer variatie in het aantal bronnen per vraag, in de kwaliteit van bronnen en in het soort bronnen.
- Door het gebruik van scenario’s (bijvoorbeeld een situatieschets waarin leerlingen moeten debatteren) zijn authentieke en herkenbare leescontexten gecreëerd. Dat maakt het mogelijk om de argumentatie op een meer functionele manier te bevragen.
- Het analyseren en evalueren van de stilistisch-retorische dimensie van een tekst is een belangrijk onderdeel van tekstbegrip. Daarom zijn er ook vragen opgenomen over figuurlijk taalgebruik en framing.
- Bij sorteer- en synthesetaken moeten leerlingen teksten op een grondige manier verwerken. Met dit soort taken kan dus diep tekstbegrip worden getoetst.
- Er zijn nu ook vragen over de bruikbaarheid en betrouwbaarheid van teksten, aan de hand van een bepaald scenario. Deze focus op kritisch lezen past goed bij de grotere aandacht voor de informatievaardigheden en digitale geletterdheid van leerlingen.
Waar zijn de materialen te vinden?
Docenten en leerlingen kunnen aan de hand van zes opgavensets kennismaken met de nieuwe vraagtypen. Deze sets kunnen als oefenmateriaal worden ingezet in de les. In de docenthandleiding bij deze sets is te lezen welke vraagtypen met ingang van schooljaar 2023-2024 langzamerhand hun weg zullen vinden in de centrale examens Nederlands havo en vwo.
Het bijbehorende projectverslag biedt achtergronden over het doel van en de werkwijze binnen het project. Ook geeft het per nieuw vraagtype een indruk van de inzichten die het ontwikkelen van opgaven en de try-out op scholen opleverde. In het project is specifiek gewerkt aan vraagtypen die passen binnen de huidige formele kaders. Tegelijkertijd heeft het project bij meerdere vraagtypen inzichten opgeleverd voor toekomstige vernieuwing van die kaders. Ook daar gaat dit verslag op in.
Wie waren er bij dit project betrokken?
- Het CvTE, als opdrachtgever.
- Cito, als projectleider en uitvoerder die vragen heeft ontwikkeld en op scholen heeft uitgeprobeerd. Via LTN en NN zijn hiervoor extra docenten aangetrokken.
- De CvTE-vaststellingscommissie Nederlands havo/vwo, die feedback op conceptvragen heeft gegeven en de vragen heeft vastgesteld.
- Een CvTE-klankbordgroep die advies heeft gegeven en bestaat uit docenten van LTN, een vakexpert van SLO en een vertegenwoordiger vanuit het Meesterschapsteam Nederlands, in wie ook het hoger onderwijs vertegenwoordigd is.