Welke vraagtypen passen het best bij de leesdoelen die we belangrijk vinden? Dit vormt een terugkerende vraag bij de ontwikkeling van de centrale examens Nederlands en een discussiepunt in bijna elke examenperiode. In 2016 leidde deze vraag tot een Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer (zie de informatie van het Rondetafelgesprek). Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en Cito hebben de feedback ter harte genomen en zijn achter de schermen gestart met een traject om te kijken welke verbeterslag mogelijk is binnen de huidige kaders voor de leesvaardigheidsexamens. Het project ‘Uitbreiding van vraagtypen voor het leesvaardigheidsexamen Nederlands havo en vwo’ vormt hiervan het sluitstuk. In dit project wordt onderzocht of en hoe het huidige aanbod aan vraagtypen kan worden uitgebreid, met als doel een ruimere bevraging van tekstbegrip.
Wat is er achter de schermen gebeurd?
Na het Rondetafelgesprek hebben SLO en het CvTE Levende Talen Nederlands (LTN) en de docentengroep, verenigd in Nederlands Nu!, gefaciliteerd om onderzoek te doen naar de wensen van de docenten Nederlands voor de centrale examinering. Dit resulteerde in juli 2018 in het Advies examen Nederlands, dat door Nederlands Nu! en de vereniging Levende Talen is aangeboden aan het ontwikkelteam Nederlands van Curriculum.nu. Dit advies bevatte een groot aantal wensen waarvan er verschillende passen binnen de huidige kaders van de centrale examens Nederlands. In aansluiting daarop heeft Cito in 2019 een verkennend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor uitbreiding van vraagtypen. Een bespreking van de resultaten daarvan met het LTN en Nederlands Nu! eind 2019 vormde vervolgens de aanleiding voor het project ‘Uitbreiding van vraagtypen voor het leesvaardigheidsexamen Nederlands havo en vwo’, dat het CvTE en het Cito in 2020 samen hebben opgestart. In dit project worden voorbeeldopgaven van nieuwe vraagtypen ontwikkeld en uitgeprobeerd op scholen.
Om wat voor nieuwe vraagtypen gaat het?
In het project kijken we naar verschillende vraagtypen:
- Vragen over figuurlijk taalgebruik en framing in teksten, waarbij het vooral gaat om het beoogde effect bij de lezers en de functie ervan, gelet op het communicatieve doel van de tekst.
- Vragen over de betrouwbaarheid en het combineren van verschillende bronnen, met name van teksten met grafisch weergegeven materiaal, zoals grafieken, tabellen en cartoons. Andersoortige bronnen moeten in relatie tot de tekst worden bestudeerd.
- Functionele vragen over argumentatie, waarbij leerlingen geen argumentatieschema’s hoeven in te vullen of drogredenen moeten benoemen, maar waarbij ze bijvoorbeeld vanuit een voor hen herkenbare situatieschets (zoals de voorbereiding op een debat) naar de argumentatie in een tekst kijken.
- Vragen gericht op de synthese van informatie uit verschillende teksten. Hierbij valt te denken aan vragen waarbij leerlingen bepalen of auteurs het met elkaar eens zijn of juist verschillen van mening.
- Vragen over informatiedelen in de tekst die leerlingen op een globaler niveau met elkaar in verband moeten brengen en waarbij diep tekstbegrip centraal staat. Een voorbeeld hiervan kan een sorteertaak zijn.
Wie zijn er bij dit project betrokken?
- Het CvTE, als opdrachtgever.
- Het Cito, als projectleider en uitvoerder die vragen ontwikkelt en uitprobeert op scholen. Via Levende Talen zijn hiervoor extra docenten aangetrokken.
- De CvTE-vaststellingscommissie Nederlands havo/vwo, die de vragen vaststelt.
- Een CvTE-klankbordgroep die advies geeft en bestaat uit docenten van Levende Talen, een vakexpert van SLO en een vertegenwoordiger vanuit het Meesterschapsteam Nederlands, waarmee ook het hoger onderwijs vertegenwoordigd is.
Wanneer worden de nieuwe vraagtypen gedeeld via Examenblad?
Dit voorjaar wordt er nog hard gewerkt om goede opgaven bij de nieuwe vraagtypen te ontwikkelen. Komend najaar worden deze opgaven uitgeprobeerd op scholen, zodat we ook een beeld krijgen of deze opgaven geschikt zijn om op een betrouwbare manier de leesvaardigheid van leerlingen te meten. Het plan is om deze opgaven in het voorjaar van 2022 te publiceren, zodat ze als voorbeeld kunnen dienen voor docenten, ontwikkelaars van lesmateriaal en toetsenmakers.